Het stedenbouwkundig plan.

Inleider:  
- Tom Smeulders, procesmanager fysieke wederopbouw van het Projectbureau Wederopbouw
Panelleden:  
- Harry Abels, architect, Enschede
- Roelof Bleeker, wethouder Enschede
- Hans de Gruil, stedenbouwkundige Emmen
- Ilse Hambruch, bewoonster, Enschede
- Pi de Bruijn, architect, stedenbouwkundige en supervisor, Amsterdam
Gespreksleider:
- Joost Cannegieter, architect, Lonneker

Bezoekers: 300
Locatie: Lasonderkerk te Enschede


Opening

Coördinator Peter van Roosmalen, Architectuurcentrum Twente, opent de bijeenkomst en heet, mede namens het bestuur, allen hartelijk welkom en introduceert de sprekers.
Mededelingen: Indien de aanwezigen op de hoogte wensen te blijven van andere interessante activiteiten betreffende architectuur, kan men naam en adres noteren op een lijst bij de ingang voor toezending van informatie; Architectuurcentrum Twente organiseert workshops en tentoonstellingen, op de website www.architectuurcentrumtwente.nl staat het programma.
PvR bedankt de sponsoren en subsidieverstrekkers: het Stimuleringsfonds voor Architectuur, Provincie Overijssel, Stichting Fonds Overijssel, de gemeente Almelo, Enschede en Hengelo, vele Twentse bouwbedrijven en architectenbureaus en Project Wederopbouw.

Joost Cannegieter, gespreksleider geeft het woord aan:


Inleiding Tom Smeulders

De programmering voor de komende weken is gewijzigd. Toelichting op het plan wederopbouw is nodig, waardoor het accent verschuift van stedenbouw en architectuur. De  inleiding geschiedt naar aanleiding van het plan, dat bijzonder  is door de volgende factoren:


Omvang van het getroffen gebied

De omvang is even groot als het stadscentrum van Enschede. Door de ligging heeft het een divers karakter: het grenst zowel aan de singelring (binnenkant) als aan de groenstreek (buitenkant).

Een wijk om in terug te keren
Hoe moet het gebied ontwikkeld worden? Er zijn 8 thema’s die de richting bepalen, één daarvan is ‘een wijk om in terug te keren’ (bewoners, ondernemers, kunstenaars, verenigingen).

Een levendige wijk
Afwisseling van functies moeten in de wijk terug te vinden zijn, maar deze afwisseling moet niet belemmeren dat het een rustige, prettige woonwijk wordt.

Een vertrouwde wijk
Geprobeerd wordt dit te bereiken door het oude stratenpatroon zo veel mogelijk te handhaven. In het plan staat de uiting: ‘een kenniswijk’, waarop door bewoners gereageerd werd met de wens ‘een wijk met kennissen’ te willen.

Een wijk met geschiedenis
Het gebied waar mensen hebben gewoond en gewerkt is cultureel erfgoed van Enschede.

Een wijk met toekomstwaarde
Duurzaamheid is een eis, er wordt rekening gehouden met milieueisen en een goede infrastructuur die toekomstgericht is, b.v. goede aansluitingen voor computers.

Een wijk zonder grenzen
Ingebed in de stad, dus niet een scherp afgebakende wijk, maar het stedelijk weefsel moet doorlopen en de wijk moet goed ontsloten zijn.

De wijk in eigen hand
Mensen worden betrokken bij de woningbouw, voor zowel koop- als huurwoningen. Het streven is dat 50% van de koopwoningen worden gebouwd via een eigen opdrachtgever, belangrijk als bijdrage aan het gevoel dat het een ‘eigen wijk’ is.

Een veilige wijk
Als bedrijven terugkeren zullen deze van de klasse 1 en 2 zijn. Dit houdt in dat er geen consequenties voor het milieu mogen zijn als gevaar of overlast als geur of lawaai. Het verkeer zal aan een snelheidslimiet van 30 km. gebonden worden en voor sociale veiligheid zal voor helderheid in de openbare ruimtes gezorgd worden.

De geschiedenis is mede grondlegger voor de te vormen wijk. Belangrijke elementen uit de bestaande plattegrond zijn:
-    de lijn van de vroegere spoorlijn wordt een hoogwaardige diagonale as voor openbaar vervoer
-    een aantal industriële gebouwen blijven bestaan
-    de plek waar SE Fireworks was krijgt een referentiefunctie in de wijk
-    museumhof
-    de 18 woningen van de Amsterdamse School worden gerestaureerd
-    Roomveldje

Het mengen van functies zal de vertaling van een levendige wijk zijn, verschillende groepen in één gebiedje, en niet alle sectoren bij elkaar. De volgende combinaties moeten mogelijk zijn wonen/werken aan huis; bedrijvigheid/wonen; detailhandel/wonen; middelgrote bedrijvigheid (nu Grolsch en Roeloffzen Textiel); voorzieningen/wonen.

De openbare ruimte is een belangrijke drager van het ontwerp. De as van de oude spoorlijn wordt een doorgaand fietspad naar Lonneker. Daaraan liggen een aantal bleken die op het textielverleden wijzen. De openbare ruimtes moeten dienen als ontmoetingsplek en als herinneringsplek (Fireworks bleek) en ook zullen er parkjes komen. 

Stadsmilieus. TS geeft aan dat er een aantal verschillen in de eenheden van de wijk en bebouwing zijn (er zijn 11 stadsmilieus beschreven):
-    één gebied kan bijna in de bestaande vorm terugkomen (de Deurningerstraat)
-    Bamshoeve, een woongebied dat door en voor veel mensen prettig moet zijn, een gebied met ruime kavels.
-    het Talmaplein dat weer herkenbaar wordt als in de jaren ’70.
-    Roomweg, met bewoning, winkels, eventueel een kroegje en een plek voor ontmoeting.
-    Roomveldje zal minder gemengd worden, meer tuindorpachtig, leven op straat.
Samen met de overige delen vormen deze stadsmilieus het stedenbouwkundig voorontwerp.


Panel

Joost Cannegieter verzoekt het panel plaats te nemen op het podium.

JC: de wens van de gemeente en de bewoners is een vertrouwde wijk. Het plan voldoet hieraan. Vraag aan Pi de Bruijn is: waarom wordt niet gewoon het oude bestemmingsplan gebruikt?

PdB: verschillende onderdelen worden gerestaureerd, zoals huizen aan de Singel.
Essentieel is: wat kun je en wil je met vernieuwing bereiken? Met het concipiëren van ruimtelijke contouren proberen we zover mogelijk een sprong te maken naar wat  maximaal bereikt kan worden.
Roombeek is de uitdrukking van een stad zoals die 100 jaar geleden begon. Nu wordt gebouwd voor de komende 100 jaar, dat is de termijn voor bebouwing. Gevoel moet groeien. Ambities voor de wijk moet je afspreken, eigenlijk is dit een functie van de politiek.
Het plan Groot Roombeek is na 13.05.00 opnieuw overwogen en nieuwe doelstellingen kwamen erbij: herhuisvesting van getroffenen en upgrading van het bestaande plan. Einddoel is een sprankelende wijk met economische functies richting kwalitatief hoge bedrijven als ICT.
Het typerende van Enschede is het in één mengen van functies en sociale klassen, dat zorgt voor een aangenaam milieu en dat wordt beoogd bij de invulling.
Ervaring van PdB is dat nieuwe gebouwen nooit lijken op de oude gebouwen omdat constructie- en voorzieningseisen veranderen. Daarom wordt het oude stratenplan als referentie naar het verleden zoveel mogelijk gehandhaafd en haakt het wijkpatroon in de omgeving op de oude manier. Dit zou een brug kunnen zijn naar de nieuwe wijk, dus niet zozeer visueel, maar toch essentieel.
Met andere woorden: geen kopie, maar nieuwe opbouw.

JC: dank, nu graag een stedenbouwkundige reactie.

Hans de Gruil, stedenbouwkundige:
Indrukwekkend is de participatie van de betrokkenen. Groot Roombeek is stedelijke vernieuwing, Roombeek is stadsvernieuwing. In Groot Roombeek is het nog mogelijk vanuit projectontwikkelaars en planners te bepalen welk beeld ingevuld zal worden.
Het is uniek dat van te voren rekening wordt gehouden met de wensen van de wijk. Het wijkbeeld wordt bepaald door de restanten van oude gebouwen: kerken, fabriekstoren, rijksmuseum; daarnaast zijn kenmerkend de ziel, de verandering, de groene delen en ook vertrouwde elementen, als de panden die opgeknapt worden, maar als wijk zal het een ander geheel worden.
Banden met de omgeving: er bestaat een wijkvisie Noord, moet deze nu ook  bijgesteld worden? (denk aan invulling Grolsch-terrein, is Grolsch cultureel erfgoed?).
Verbinding met de stad: fiets-as en geen hv-as die met verkeer van 50 km. een scheiding teweeg brengt. Misschien kan een tak van de fiets-as via het Rijksmuseum lopen.
Hij stelt de vraag of er een niet gewenste scheiding oost/west (Groot Roombeek/Roombeek) zou kunnen ontstaan? HdG geeft de voorkeur aan het presenteren van 3 plannen in plaats van 1, waardoor helderder alternatieven overwogen kunnen worden.
Belangrijk is dat de financiering niet beperkend en bepalend mag zijn.

JC: publieke reactie:
D. Hartman vraagt aan HdG: Bij het ontwerp PdB zijn oude doelstellingen belangrijk, waarom dan niet het oude Roombeek? HdG: aan de oostzijde lag het volkshuisvestelijk plan dat niet meer onafhankelijk door kan gaan, dus is een aanpassing nodig.
JC: Panellid Ilse Hambruch : Waarom is er maar 1 plan? Participatie is belangrijk, het was voor haar een schok zich te realiseren dat de nieuwe wijk een andere cultuur zal hebben. Met een alternatief plan misschien meer keuze.
L. Oosting, publiek, vraagt aan panellid Roelof Bleker: is er financiering voor terugkeer bewoners? Antwoord: het streven is 50% eigen bouw, we hopen dat dit mensen zullen zijn die terugkeren naar hun vroegere plek.
Met de grond voor grond regeling wordt ook gekeken naar de eventuele drempels voor bewoners, bedrijven, kunstenaars, etc.
Welke kosten zijn er mee gemoeid; kunnen we daar een redelijke regeling voor vinden? Het is duidelijk dat het absoluut niet gemakkelijk is mensen een eigen huis te laten bouwen vergeleken met nieuwe wijken aan de rand van een stad. Daarom is de keuze van architecten belangrijk. De Stichting Stadsherstel is gestart met activiteiten. Participatie en de Stichting Slachtoffers streeft naar een model met een rol van invloed voor de oude bewoners.
Het project Groot Roombeek (fase I) had een modernistische uitstraling. Uit participatie bleek dat bewoners graag een herkenbaarder patroon zien. Daarom is het integreren van Groot Roombeek een ‘verzoenend’ plan: niet modernistisch maar richting vertrouwde wijk met een plus, ook al is het een relatief duur plan (hoge eisen aan openbare ruimtes, voorzieningen, groen), aan Den Haag is om support gevraagd.

JC: Harry Abels, architect.
Het plan is goed door de natuurlijkheid en integratie. Enkele punten:
-    opbouw bleken: element van structuur, langs de as. Kun je de bleken goed toegankelijk maken, is de kwaliteit te realiseren?
-    aansluiting van de fiets-as naar de Deurningerstraat is moeilijk.
-    één plan uitwerken is beter dan 3 samenvoegen, dat een compromis oplevert waarmee niemand tevreden is.
-    Grolsch en textiel zijn geen aangename herinneringen: vieze geur.
-    grote fabriekscomplexen verzanden in huizen, maar toch moet de wijk werkgelegenheid bieden. De huisarts en ook kleinere bedrijven (ca. 40 tot 60 medewerkers) ontbreken.
-    Wenselijk om winkelcentrum Mekkelholt bij de planning te betrekken.

JC: doel van de bijeenkomst is een vakmanschapachtige discussie met niet-vaklieden, waarbij participatie mogelijk is in de bijeenkomsten van 13 juni en verder. De reden voor de keuze 12 juni voor deze bijeenkomst is dat agenda’s niet op een andere datum te coördineren waren, maar een andere volgorde zou logischer geweest zijn.
TS:  Een aantal aspecten hebben nadere uitleg nodig:
Grootschalig industrie komt er niet. Wél de middengrote bedrijven, dus geen Bamshoeve/Grolsch.
RB: cultuur die in Bamshoeve zou komen, willen we een plek geven in dit gebied. Richtinggevende uitspraak is hoe aansluiting tussen Rijksmuseum en kunstenaars te realiseren? Misschien fysiek ruimte scheppen voor kunstenaars in de buurt van het bestaande museum?
PdB is tegen een vaste plek  voor de kunstenaars in of bij het Rijksmuseum, liever gewoon gemengd door de wijk, naar zijn idee werkt dit inspirerender en is zo’n situatie natuurlijker.
Het project zoals het nu bekend is, is een momentopname, een tussenstand in de ontwikkeling, het is flexibel en open voor wijzigingen.
Dit plan is een blauwdruk voor ideeën die blijven doorwerken, daarom niet 2, 4 of 12 alternatieve plannen, we werken door zolang we het kunnen verbeteren.

HA: HV-fietspad: welke kwaliteit hebben de driehoekige bleken?
PdB: het fietspad vormt een korte verbinding tussen het centrum van Enschede en het buitengebied. Deze route heeft functies die minder op economische aspecten gericht zijn, en meer op kunst, cultuur, groen, water en rust (relatief in de luwte van de Deurningerstraat).

Publiek: J. Siemons. Hoe kan de terugkeer van armere mensen gerealiseerd worden in een duurdere huizenwijk? Naar de vertrouwde wijk. Deze zorg leeft ook bij panellid IH.
TS: totaal aantal woningen is 1700, er waren ca. 600 woningen in het rampgebied, 1100 zijn gepland voor Groot Roombeek. Voor de 600 door woningbouwcorporaties gegarandeerde woningen wordt gezorgd voor een haalbaar niveau voor kleine middelen. 1100 Groot Roombeek is dus ook mogelijk.
JC: Terugkeer oude bewoners wordt aangemoedigd. Zo veel mogelijk kunnen zij op een eigen, bescheiden, kavel laten bouwen, waardoor de wijk gaat bestaan uit verschillende huizen en dus niet uit rijtjeshuizen (individueel opdrachtgeverschap).

Publiek, G. Verbeke: Vraag: geruchten dat er sprake is van een groot nieuw winkelcentrum op de plek van Grolsch.
TS: er is de afgelopen maand intensief gesproken met winkeliers van de centra Mekkelholt, Deppenbroek, en Roomweg. Een afgewogen winkelbeeld zou zijn: een  winkelcentrum Deppenbroek, en aan de Roomweg een ongeveer even groot winkelcentrum als Deppenbroek qua oppervlakte, maar in lintbebouwing, dat ook een participatiewens is.

Vraag: wordt de Roombeek opgegraven?
PdB: ja, de Roombeek zal als water door de wijk lopen waarbij diverse concepten variatie zullen brengen.
Vraag: Model van de eigendomswoningen wordt mede bepaald door de eigenaars, wie bepaalt het model van de huurwoningen?
TS: Aan 4 architecten is gevraagd een plan te maken. De schetsen zullen in het najaar door de bewoners samen met de woonstichting worden uitwerkt. Meer participatie naar gelang dichter bij de realisatie van de woningen.
Een vraag blijkt nog hoe alle voorschriften van de gemeente betreffende het  stedenbouwkundig plan (schoonheidscommissie) los te kunnen laten om mensen die zelf wel weten hoe ze willen wonen, een eigen concept te laten ontwikkelen, zonder daarbij te komen tot rommeligheid.
Er wordt over zgn. Belgische toestanden in de bouw gesproken, vóór- en nadelen van vrijheid in vormgeving.

PdB licht toe dat vroeger ieder naar eigen inzicht kon bouwen, maar in de 20e eeuw kwam controle in handen van overheid via woningwet. Nu ontstaat weer de tendens terug te gaan naar individueel bouwen, dus meer inhoudelijke invloed van het publiek in private wensen bij de bouw van de wijk. Hier zal dit proces zich versneld afspelen.
RB noemt als voorbeeld De Esmarke, waar het beeld harmonieus is, maar wel eigen invulling specifieke wensen mogelijk was. In de Roombeek ligt het anders, omdat dit een geamputeerd deel van de stad is. Zijn wens is ook samen tot een goede oplossing te komen, waarbij soepelheid van de gemeente verwacht kan worden.
IH: is voor afwisseling: een kind moet zijn huis herkennen (groot/klein).
H. Hulshof, publiek: bewust persoonlijk wonen is een thema, evenals herkenbaarheid van het huis. Zijn bedrijf zou een minimum en een maximum huis bieden, waartussen een flexibele opbouw van de wijk gerealiseerd kan worden.
Nog enkele thema’s worden besproken als het concept mooi en lelijk; hoe de financiële middelen worden verkregen voor eigen bouw; éénheid in een wijk met als voorbeeld Tuindorp, Hengelo, zonder dat concrete conclusies bereikt worden.

PdB: “Tuindorp is mooi, maar Roombeek was ook mooi. Op de kaart in het rapport
suggereren kleuren stadsmilieus, met verschillende stukken, met verschillende eigenschappen. Hierover moet gepraat worden.
Hoe kun je een wijk geven die voor allen goed, prettig en functioneel is?
Daarom is gekozen voor mozaïek patroon. Het bijzondere van Enschede is het
karakter van een verzameling buurten die naast elkaar groeien en bloeien.
Dit is niet mogelijk op zeer kleine afstand, maar wel als deze gevarieerdheid over de wijk wordt uitgestrooid, geen schrille contrasten met gettoachtige afbakening, maar toegankelijkheid, openheid.
Een balans vinden is heel moeilijk en er moet vrijmoedig gesproken worden.
Daarom praat ik over de software van de wijk, de open vragen, en de vele plannen, en wil tempo houden bij het realiseren. Binnenkort vindt een gesprek plaats met UT over de mogelijkheden om bijvoorbeeld ICT-bedrijven aan te trekken.
We hopen geschakeerdheid te bereiken, help ons denken. Zie het plan als aanzet voor discussie. Stel eisen aan de kwaliteit van de architectuur, maar laat die eisen niet tot repressie worden waardoor goede ideeën afgekneld worden. Laten we ons liberaal opstellen met weinig eisen. En met circa 10 doelgroepen samen overleggen. Openstaan, open balanceren, dan ontstaan milieus volgens het patroon van volkstuintjes.”

JC. Dank aan PdB voor dit bewogen betoog. Afsluiting van de avond met dank aan alle sprekers, aanwezigen en hun inbreng.