Het Architectuurcentrum Twente wil de komende periode intensief aandacht besteden aan ruimtelijke kwaliteiten alsmede de kwaliteit van de leefomgeving en dan met name de invloed daarvan op het aantrekken van bedrijven en instellingen, op het huisvesten van werknemers en op de onderscheidende krachten ervan teneinde talent en bedrijvigheid blijvend aan de regio te binden.

Ter toelichting: Twente is na de Randstad en de Brabantse stedenband de grootste stedelijke agglomeratie van Nederland. Twente beschikt over grotere en innovatieve bedrijven, vooraanstaande kenniscentra en een sterk internationaal georiënteerde infrastructuur voor mensen, goederen en informatie. Twente heeft een unieke combinatie van stedelijkheid met daartussen een landschappelijke omgeving van zeer hoge kwaliteit.

Toch wordt Twente geconfronteerd met het gegeven dat hoofdkantoren verplaatsen naar de Randstad, dat jonge ondernemers na een succesvolle start zich elders gaan vestigen, en dat jongeren na afronding van hun studie uit de regio vertrekken. Het aantal vertrekkende bedrijven en instellingen, start-up's en afgestudeerde studenten blijkt per saldo groter dan de nieuwe aanwas.

De aftrap van dit programma is op 24 november 2016 tijdens een bijeenkomst in gebouw The Gallery op het UT-terrein. 80 bezoekers zijn aanwezig als Theo de Bruijn, lector duurzame leefomgeving bij Saxion Hogescholen en directeur van het bureau IAA Stedenbouw om 20.00 uur de bijeenkomst opent. Theo treedt vanavond op als moderator en als eerste inleider om de kaders voor de discussie te schetsen. Vervolgens zal Judith Lekkerkerker, onderzoekster (met Twentse roots) bij o.a. Ruimtevolk - Platform 31 met de programma's Economie&Innovatie en Governance&Omgevingsbeleid, het rapport "Midsize NL, het toekomstperspectief van de middelgrote stad" toelichten. Tenslotte komt vanavond Joost Kuijper, strategisch beleidsambtenaar op het gebied van Economie&Cultuur bij de provincie Overijssel aan het woord met o.a. een toelichting op de BeleidsVerkenning Nederland (BVNL) en de uitkomsten van het onderzoek naar de Kracht van Oost-Nederland.

In de periode tot eind januari as vraagt het Architectuurcentrum Twente aan een ieder om over het onderwerp mee te denken. Dat kan door antwoord/aanvulling te geven op de volgende zin: "Het beste wat Twente kan overkomen is…" Reageren kan via de website in woorden (max. 400 woorden) met evt. ondersteuning van 1 afbeelding (jpg, min.500kb, 200dpi).

Hedenmorgen heeft deze oproep aan het grote publiek in dagblad TCTubantia gestaan.

De meest aansprekende, uitgesproken, betekenisvolle en inspirerende inzendingen zullen worden gebundeld en tijdens de vervolgavond in dit programma, op 8 februari as, worden uitgereikt aan de heer Onno van Veldhuizen, voorzitter van de regio Twente en burgemeester van Enschede.

Theo de Bruijn begint met de vraag waar de Twentse kracht nu precies ligt, wat zijn de kansen, wat zijn de valkuilen. In de visie van prof. dr. Zef Hemels (UvA) is de toekomst aan de echt grote steden, de echte metropolen (mogelijk is groot Amsterdam de enige metropool van Nederland). Groei van steden en trek van het platteland naar de stad is wereldwijd onmiskenbaar. Daar tegenover staat dat de aanwezigheid van goed functionerende nationale structuren van groot belang zijn bij ontwikkelingen. En dat is in Nederland op orde. De aanwezigheid van structuren geldt ook voor regionale ontwikkelingen, zoals in Twente. Landschapsarchitect Adriaan Geuze betoogd dat steden en regio's niet concurreren op economische motieven, maar op de kwaliteit van de woon- en leefomgeving.

Theo noemt een paar kwaliteiten van Twente, o.a. de aanwezigheid van de Reisopera, het Rijksmuseum en de aanwezigheid van diverse fraaie landgoederen.

Theo constateert ook dat Twente in gesprekken over de kracht van de regio erg in zichzelf gericht is, dat we erg druk met elkaar zijn.

Doen we wel recht aan ons zelf en zijn we ons wel voldoende bewust van de aanwezige kwaliteiten?

Is de perifere ligging in Nederland werkelijk een groot probleem?

Of biedt de grensligging juist mogelijkheden?

En wat doet de ligging er eigenlijk toe in het internettijdperk, waar afstanden geen rol meer spelen?

Twente heeft niet iets "super bijzonders". Twente (Enschede) heeft altijd veel aandacht gehad voor werkgelegenheid, maar (te) weinig voor de kwaliteit van de werkgelegenheid.

Hoogopgeleiden zijn te weinig gefaciliteerd. Theo roept op om iets bijzonders te creëren (bijv. een "uitvindersdorp")

Bezoeker Maurice Beijk (specialist op het gebied van duurzaamheid) geeft aan dat er veel is waarop we in Twente trots kunnen zijn. Draag dat dan ook uit!

Theo de Bruijn sluit zijn inleiding af met de constatering dat Twente een mooie combinatie van stedelijkheid en een prachtige landschappelijke omgeving kent, en dat Amsterdam in feite "om de hoek ligt"

Aan het begin van haar bijdrage geeft Judith Lekkerkerker aan dat in haar kennissenkring terugkeer naar een omgeving uit iemands jeugd veelal een emotionele/familiaire achtergrond heeft (en geen economische). Judith heeft Twentse roots en kent nogal wat "hunker-tukkers" die (al dan niet permanent) naar de regio terugkeren. Vanuit haar onderzoeken signaleert Judith veel aandacht voor de grote steden en voor het vitale platteland. De middelgrote steden (50.000-100.000 inwoners) zijn vaak een blinde vlek, terwijl iedere middelgrote stad zijn eigen historie, imago en uitstraling heeft.

In haar onderzoeken komt Judith voor Nederland uit op een zevental trends die de toekomstige ontwikkelingen sterk beïnvloeden. Op basis van deze trends stelt Judith zeven vragen (gemarkeerd met: *), essentieel voor de ontwikkeling van Twente, aan de orde.

1). De stad in opkomst

-verdere verstedelijking

-groei concentreert zich in de grote(re) steden (met name in het economisch kerngebied van Nederland, waar Twente niet, maar Zwolle wel toebehoort)

-er zijn (bij samenwerkende stedelijke gebieden) duidelijke agglomeratievoordelen: "sharing, matching, learning"

-er is (bij samenwerkende stedelijke gebieden) een versterkte netwerkkracht: "borrowed size, borrowed quality"

-het belang van een goed draaiend "daily urban system" (in een regio) is onmiskenbaar

-bij winnaars horen altijd verliezers.

* Twente kent een redelijk netwerk, de vraag is hoe we de netwerkkracht van Twente versterken?

2). Economie en arbeidsmarkt in transitie.

-grote steden en transportcorridors worden steeds belangrijker

-toenemend belang van innovatie, clustering en innovatiemilieus

-arbeidsmarkt wordt internationaler, flexibeler en polariseert

-economische veerkracht is essentieel

-padafhankelijk (keuzes uit het verleden zijn van invloed op toekomstige ontwikkelingen) en ecosysteem van vaardigheden (de in de regio aan- of afwezige set van skills t.o.v. andere regio's)

Economische bedrijvigheid telt! Twente doet er thans wel toe, maar hoe kan dat verstevigd worden?

* Wat is de economische kracht van Twente en hoe bouwen we daarop voort?

3). De samenleving in beweging

-bevolkingsgroei, maar ook bevolkingskrimp

-vergrijzing is een feit (demografische piramide verandert van vorm)

-we worden steeds mobieler (hoewel minder binnen de regio en meer over grotere afstanden)

-de samenleving internationaliseert

-groeiende verschillen. Er is sprake van een sociaal-culturele tweedeling. De uitersten worden manifester en wat gebeurt er met de middengroep?

-individualisering en anders samenleven

-nieuw eigenaarschap

-zelforganiserend vermogen en sociale veerkracht gevraagd.

*Hoe krijgt de veerkrachtige Twentse samenleving de ruimte?

4). Technologische innovatie en de informatiesamenleving

-vergrote zelfredzaamheid (internettoepassing, bijv. bij aankopen en bij domotica)

-mobiliteit van de toekomst (autonome auto's, opkomst e-bike)

-slimme steden

-"smart industry"

-voortdurend lerende samenleving

*Hoe benut Twente de kansen van technologische innovatie?

5). Energietransitie en verduurzaming

-energietransitie als opgave

-verduurzaming van de gebouwde omgeving

-circulaire economie

-duurzamere voedselproductie

-energieke samenleving

-energieke overheid

* Hoe kan inzet op energietransitie en verduurzaming Twente verder helpen?

6). Veranderende vraag naar ruimte

-kantoren: anders werken

-bedrijventerreinen: veranderende productie en logistiek

-binnensteden: anders winkelen

-meer diversiteit in woonbehoefte

-functiemenging en flexibiliteit

-andere ruimteproductie

Judith constateert dat de Twentse steden het op het gebied van de veranderende vraag naar ruimte niet bijzonder goed doen.

* Hoe kunnen transformatieopgaven bijdragen aan een aantrekkelijk Twente?

7). Nieuwe verhoudingen

-netwerksamenleving

-participatiesamenleving, decentralisaties

-burgerinitiatieven

-lokale coalities

-regionale samenwerking

* Welke krachtige samenwerkingen helpen Twente vooruit?

Bij het beantwoorden van de opgeworpen vragen zijn de volgende criteria essentieel:

-organiseer netwerkkracht

-denk regionaal

-kies positie

-ken je DNA

-ga in gesprek

-bouw coalities

In zijn model "The Golden Circle" (ook wel: "start with why") gaat Simon Sinek uit van drie niveaus waarop organisaties/mensen opereren: wat je doet, hoe je het doet en waarom je het doet. Zijn stelling is dat meestal de derde vraag (waarom?) onderbelicht blijft en dat daarmee echt succes uitblijft. Volgens Sinek raak je de mensen alleen als je de waarom-vraag kunt beantwoorden en als het geloof daarin overeenkomt met het geloof (de hoop) van de mensen.

In de pauze wordt stevig door gediscussieerd over de inleiding van Judith Lekkerkerker.

Vervolgens komt Joost Kuijper (als beleidsadviseur strategie werkzaam bij de provincie Overijssel, afdeling economie & cultuur) aan het woord. Joost stelt als basis de vraag aan de orde: waar zijn we (oost Nederland) echt goed in, en hoe verhouden we ons daarin t.o.v. de rest van Nederland en internationaal.

De BeleidsVerkenning NederLand (BVNL) in in opdracht van het ministerie van Infrastructuur & Milieu in 2014/2015 uitgevoerd. De regionale fase omvat een beleidsverkenning naar versteking van het vestigingsklimaat in 6 regio's, waaronder Twente. Deze 6 regio's zijn samen goed voor ca. 25 % van het BNP.

Tegelijkertijd is in het project REOS onderzoek gedaan naar de Mainports (groot Amsterdam en groot Rotterdam) samen met Brainport (groot Eindhoven). Deze vormen gezamenlijk ca. 40 % van het BNP.

BVNL en REOS worden samengebracht in de Nationale Omgevingsvisie (NOVI).

In de BVNL is een SWOT-analyse voor Twente opgenomen met een centrale opgave en met strategische opties/keuzes voor de regio.

De benoemde/onderzochte thema's zijn:

1). Economische profiel (topsectoren),

2). Ruimtelijke netwerken (bereikbaarheid),

3). Voorzieningen & omgevingskwaliteiten en

4). Orgware.

In de BVNL zijn drie stategieën voor Twente bedacht:

a). Special(ized) Twente,

b). Groot(s) & veerkrachtig Twente en

c) Brede Twentse basis.

Vervolgens zijn de stategieën langs de meetlat van de thema's gelegd.

Reflectie van BVNL levert de volgende bedenkingen op:

-ontwerpgerichte invalshoek is interessant (Daan Zandbelt)

-een ontwerpaanpak vraagt om gecommitteerde opdrachtgevers (wie?)

-natuur en landschap ontbreken als zelfstandig thema (ondergeschikt aan economie)

-regionale timing en landing van het rapport zijn ongelukkig

-impact is zeer beperkt, zowel regionaal als nationaal.

Het onderzoek "Kracht van Oost-Nederland" is uitgevoerd in opdracht van de provincies Overijssel en Gelderland. Het rapport is op 6 december 2016 gepresenteerd.

In Overijssel zijn 3 regio's onderzocht: t.w. Zwolle, Twente en Stedendriehoek.

In totaal zijn in Oost-Nederland 9 regio's waarbij een regio een stedelijk netwerk is bestaande uit meerdere middelgrote agglomeraties. Een agglomeratie is een "Daily Urban System (DUS)", waarbinnen zich het grootste deel van het dagelijks leven afspeelt.

De positionering van Oost-Nederland is als landsdeel bekeken t.o.v. de rest van Nederland, als provincies t.o.v. concurrerende regio's in Noordwest Europa en als regio's t.o.v. elkaar.

M.b.t. de kracht van de regio's is ingezoomd op

- het verdienvermogen (de groeikracht),

-het aanpassingsvermogen (de veerkracht) en

-het combinatievermogen (de integratiekracht).

Het blijkt dat de Noordrand Veluwe in Oost-Nederland de beste economisch presterende regio is.

Conclusies:

Oost-Nederland behoort tot de Europese subtop, Overijssel blijft achter op kennis en stedelijkheid.

Twente heeft een lage productiviteit (toegevoegde waarde per arbeidsplaats).

Oorzaak: we maken producten waarvan de toegevoegde waarde relatief laag is en er zijn weinig diensten. Veel productie betreft halffabricaten. Eindproducten worden elders samengesteld. Bijv. marketingdiensten vinden dan ook elders plaats.

Daarnaast kan de vraag gesteld worden of er efficiënt geproduceerd wordt.

Twente kent relatief veel traditionele bedrijfstakken met weinig innovatie.

Op het gebied van vernieuwing van technologische industrie en bieden van kansen voor starters doet Twente het naar verhouding goed.

Door vergrijzing en krimp staat het verdienvermogen van de traditionele bedrijfstakken onder druk.

In het rapport wordt de potentiële scharnierfunctie van Twente naar de aangrenzende Duitse regio's als kans gezien. Twente moet het hebben van samenwerking met die regio's en met de Achterhoek.

Twente heeft een sterke uitgangspositie in veel topsectoren behalve in de hoogwaardige dienstensectoren.

Twente heeft de regionale economische omvang voor opschaling van cross-overs en diversificatie, maar mist marktpotentieel voor doorgroei.

Joost geeft aan dat de verzamelde statistieken die aan de onderzoeken ten grondslag liggen stammen uit de periode 2013-2015. In 2016 is de economische situatie significant verbeterd, het gaat nu, ook in Twente, beter! De vervolgstappen zijn spannend. Kunnen de technologische innovaties en de goede infrastructuur voor starters, de beste speerpunten van Twente, worden uitgebreid en uitgebouwd?

In de volgende zaaldiscussie geeft Judith Lekkerkerker aan dat één uur reistijd als haalbaar, zelfs als aangenaam, wordt beschouwd, maar het zal financieel (qua infrastructuur) niet haalbaar zijn dat Amsterdam, Rotterdam of Den Haag binnen één uur reistijd van Twente gaan vallen.

Uit de zaal wordt opgemerkt dat Zwolle nog steeds meer dan één uur reistijd vergt.

Daar moet nodig wat aan gedaan worden.

De vraag komt aan de orde wat de rol van het (fraaie) landschappelijke buitengebied is. De hoge kwaliteit hiervan is een "unique-selling-point" dat beter benut moet worden, en dat kansen biedt voor de recreatieve industrie in de "zilveren"/vergrijzende samenleving.

Wat is er bekend van de (gezins)inkomensontwikkeling op het platteland (boerenbedrijven, recreatieve ondernemingen)?

Waar zijn de uit de regio vertrokken grote bedrijven en hoofdkantoren gebleven?

Ook kennisinstellingen (UT/Saxion) kennen conjuncturele invloeden. Wat betekent dat voor de regio?

Is er een voordeel aan de ligging aan de Duitse grens? Münsterland heeft de laagste werkloosheid in Duitsland. Er zijn daar kansen voor vakmensen, mits goed opgeleid en gediplomeerd.

Er moet een gezamenlijk gevoel van urgentie ontwikkeld worden, als basis voor een betere en hechtere bestuurlijke samenwerking (vergelijk Brainport: alle gemeenten dragen naar rato bij en worden volledig en tijdig gehoord en geïnformeerd).

Het aanwakkeren van urgentie moet gepaard gaan met het verstevigen van de vertrouwensband. De afstand tussen publiek en privaat is te groot . Een ieder "dopt teveel zijn eigen boontjes".

Enschede heeft laten zien open te staan voor input van de burger. Er zijn daar dus kansen.

Op de vraag "Wat is het beste dat Twente kan overkomen?" antwoord Joost Kuiper: "zorg voor de vestiging van een hoofdkantoor en een researchlab. van (een) onderneming(en) op het gebied van nanotechnologie".

Judith Lekkerkerker denkt dat het publiekelijk inschakelen van een succesvolle tukker als rolmodel en boegbeeld van groot belang is (bijv. Gert-Jan Bruinsma, oprichter Booking.com). Het boegbeeld kan ook een burgemeester zijn (vergelijk: Rob van Gijzel, Eindhoven, brainport).

Uitbreiding van de hoogwaardige dienstensector verdient prioriteit.

Opgemerkt wordt dat het woord "landschapsmetropool" een goede woordkeuze is voor de denkkracht die ontwikkeld moet worden. Indien de focus ligt op de fraaie landschappelijkheid kan het woord "groenmetropool" ook van toepassing zijn. Naast alles wat besproken is mag ook de goed ontwikkelde culturele sector in de regio niet vergeten worden.

Peter van Roosmalen, coördinator van het Architectuurcentrum Twente rondt de avond af. Hij dankt de inleiders voor hun bijdragen en de bezoekers voor hun aanwezigheid. Peter wijst op het komende programma van het architectuurcentrum en sluit af met een woord van dank aan allen die het werk van het Architectuurcentrum Twente ondersteunen.