Inleiders:
- Jan Hoogstad, architect, Rotterdam
- Arja Hoogstad, interieurarchitect, Rotterdam
Gesprekleider:
- Ben Harsta, grafisch vormgever, Almelo
Bezoekers: 325
Locatie: Schouwburg (Rabotheater), Hengelo
De avond wordt geopend door Peter van Roosmalen die een ieder welkom heet namens het Architectuurcentrum Twente op deze avond. Hij geeft het woord aan de gespreksleider van deze avond: Ben Harsta. Ben Harsta houdt een korte inleiding tbv de lezing door Jan Hoogstad die zal beginnen om 19.45 uur tot ongeveer 21.00 uur, daarna is er voor de bezoekers de mogelijkheid om door het gebouw op eigen initiatief al wandelend het nieuwe theater te aanschouwen en eventuele vragen op te doen, die daarna in een zgn. ‘vragenuurtje’ aan Jan Hoogstad gesteld mogen worden. Voor deze wandeling staat ongeveer drie kwartier gepland, daarna is het de bedoeling zich weer te verzamelen in de foyer rond half tien, vanwaar de avond rond 22.30 uur zal worden afgesloten. Na deze ‘huishoudelijke’ mededelingen begint Jan Hoogstad aan zijn lezing.
“Waar haalt een kunstenaar zijn inspiratie vandaan?”
Men kan dit onderverdelen in drie categorieën
A. de maatschappij
B. eigen emoties
C. de macrokosmos
In de tijd dat Jan studeerde(1954) was het thema ‘het nieuwe bouwen’, relevant wegens het feit dat na de oorlog de samenleving weer ‘opgebouwd’ moest worden.
Het credo voor de jaren ’20 was een zo optimaal wereldbeeld te vormen, zgn. ‘open achterkamertjes’ cultuur, dit zijn nu achterhaalde credo’s vandaag de dag staat het ‘individu’ boven ‘collectiviteit’, vervangende behoefte aan herkenbaarheid en eigen indrukken.
Kleine anekdote in de periode dat Jan zelf studeerde heeft hij ooit eens Marcel Breuer (architect van de Rotterdamse Bijenkorf) uitgenodigd voor een lezing, deze is echter nooit gekomen, begin jaren ’70 heeft deze ontmoeting alsnog plaatsgevonden.
Dan volgt er een aantal dia’s waar het uitgangspunt is de maatschappij als voedingsbodem van het plan.
1e dia: is een kaart van de Universiteit van Twente, waar dmv interactief ‘goochelen’ de ruimte wordt ingedeeld, dit tbv het Masterplan voor de universiteit. Tevens laat Jan nog een paar voorbeelden van zijn hand zien, het ministerieVROM in den Haag, en de Hoge Economische School (kortweg HES).
Hoogbouw is in de laatste 100 jaar niet veel veranderd, er zijn twee ontwikkelingsproblemen:
- hoe bekroon je het
- de voetprint
Terwijl wat ertussen ligt/komt minstens zo interessant is! Hoogbouw trekt hoogbouw aan, dit is een ‘natuurlijk’ proces. De moeilijkheid blijft echter hoe toon je de schoonheid van doelmatigheid aan?
Daarna olgt een muzikaal intermezzo door Jan Hoogstad om de samenhang tussen muziek en architectuur aan te tonen mbt al scheppende wijs tot een ‘compositie’ te komen.
Dan neemt de dochter van Jan, Arja Hoogstad, het woord die zich heeft beziggehouden met de aankleding qua kleur en materialen in de schouwburg. Je kunt wel degelijk een stemming uit drukken door het gebruik van kleur. Er is bewust gekozen voor bepaalde facetten rood zowel in de doorgaande ruimtes als de grote en middenzaal, de gangen en trappen zijn ‘neutraal’ gehouden, dit om een beklemmend gevoel te voorkomen, ditzelfde geldt ook voor de kleedkamers en kantine, waar toch een bepaalde rust vanuit moet gaan.
De foyer is ook bewust in een groene tint gedaan om de overgang van buiten naar binnen niet zo radicaal te maken.
Met deze uitleg wordt het eerste gedeelte van de avond afgesloten en worden de bezoekers uitgenodigd om rond te lopen om zo indrukken op te doen van de nieuwe schouwburg in zijn geheel.
Na de pauze opent Jan de 2e helft van de avond door weer een stukje te musiceren op de piano en aan de hand van enkele dia’s toont hij weer de samenhang aan tussen architectuur en muziek.
Dan volgt er de gelegenheid voor het publiek vragen te stellen die zij al wandelend hebben opgedaan.
1e vraag vanuit het publiek is, hoe hoog is hoogbouw? Jan antwoordt hierop dat dat bepaald wordt door de omliggende gebouwen en dat dit niet exact valt vast te stellen.
Voordat de 2e vraag gesteld wordt uit men eerst zijn complimenten voor de kleurstelling de vraagsteller vraag zich af hoe de discussie omtrent het lichtgebruik is verlopen; aan de hand van een lichtdeskundige is dit per zaal bekeken. Jan had dan wel de uiteindelijke eindverantwoording, maar getracht is de belichting stemmig te houden, van belang in een schouwburg is het hoofdaccent ligt op het podium. Vandaag de dag valt er mbv apparatuur licht dusdanig aan te passen dat er een veelheid van bestemmingen ontstaat.
3e vraag vanuit het publiek had betrekking op de ontwikkeling van de architectuur vanuit de behoefte van de maatschappij, dit is een combinatie van mathematische patronen en eigen keuzes, edoch consistent blijven doorwerken.
De 4e vraag had betrekking op het feit dat bij de verschillende ontwerpen extra ruimte is aangegeven, hoe heeft Jan dit kunnen bewerkstelligen bij het ministerie VROM; door een zgn. ‘deel en beheer’ spelletje toe te passen, door er een omhulling omheen te spannen, was dit weer optimaal te gebruiken.
De 5e vraag was of de schouwburg ‘af’ was; in de zomer worden er nog enkele ‘kinderziektes’ verholpen.
De 6e vraagsteller was van mening dat mbt de akoestiek het Rabotheater nooit een “volwaardig” concertgebouw zou worden, waarop Jan de uitleg gaf dat er destijds een keuze is gemaakt, óf een theater óf een concertgebouw.
Er werd nog een vraag gesteld mbt de kleurkeuze van de stoelen, waarom de stoelen boven in de zaal minder rood waren, waarop Arja uitlegde dat dit is gedaan ivm het geen gevoel van ‘benauwdheid’ willen geven tov de bezoekers.
Hiermee wordt het vragenuurtje afgesloten en na het uitreiken van enkele cadeaus aan zowel Jan als Arja wordt de avond afgesloten door Peter van Roosmalen die een ieder bedankt voor zijn of haar komst. En uiteraard worden ook Jan en Arja Hoogstad vriendelijk bedankt voor hun bijdrage en tijd die ze in deze avond hebben gestoken.