Op het podium van de oude Twentse schouwburg werd gesproken over Enschede. Hoe de stad was en hoe het kan worden zonder zijn identiteit te verliezen. Jan Astrego sprak over het Enschede van toen. Berci Florian ging in op image building in het algemeen. Frans Boekema begon met de toppers en tobbers van Twente en eindigde met de verhouding tussen het imago en de identiteit van Enschede. En Ton Schaap liet ons de toekomst van Enschede zien waarbij het rood roder wordt en het groen groener. Afwezig was Henk Hartzema. Hij kon er niet bij zijn deze avond.
Jan Astrego begint met dia's van Enschede uit 1973. Hij maakte toen voor het eerst kennis met de stad. Samen met zijn vrouw maakte hij een wandeling en zocht naar het centrum. Ze begonnen aan de singel en kwamen via de Hengelosestraat bij de Boulevard. Één grote lege vlakte. En waar was het centrum? Ze liepen verder, over het van Loenshof. Ze kwamen in de Raadhuisstraat, een voetgangersgebied. Ze zagen de V&D. Als ergens een V&D is, moet dat toch het centrum zijn? Ze liepen verder en kwamen een ander voetgangersgebied tegen, de Haverstraatpassage. Iedere keer werden ze geconfronteerd door een stukje voetgangersgebied. Omringd met autovolle straten, zelfs op de oude markt. Dat is toch geen centrum?
Verder heeft Jan het over textiel. Hij laat een kaart van Enschede zien, vol met textielfabrieken. Veel van die fabrieken, zoals het Van Heekcomplex, zijn gesloopt. Deze fabrieken hadden Enschede kunnen zijn. Maar imago van Enschede veranderde toen van textielstad naar een stad vol gaten.
Berci Florian adviseert ons om je als stad op vijf punten te positioneren. Als eerst de economische ontwikkelingen. Vroeger was innovatie de gloeilamp. Tegenwoordig innoveer je door op forums met elkaar ideeën uit te wisselen. De tweede is energie. Denk aan de energievraag voor de komende jaren en speel hierop in. Als voorbeeld laat hij drie mannen met en zeiljacht (zonder motor) zien die overzeese handel drijven en werk hebben voor de komende drie jaar. Als derde de financiële bronnen. Jim Rogers voorspelde de crediet crisis drie jaar geleden al. De vierde is voedselontwikkeling. Misschien moeten we wel op stadslandbouw over gaan en het voedsel dichter bij huis weg halen. En als laatst de culturele uitdaging. Want culturen komen steeds meer bij elkaar.
Image building gebeurt volgens Berci op vier vlakken:
Citymarketing: met sterke en mindere slogans zoals 'I amsterdam' en 'Kijk, dat is 't mooie van Leeuwarden'.
Evenementen: 'Rotterdam durft' met de Red Bull Air Race en Eindhoven met het Lichtfestival.
Ambassadeurs: Rotterdam heeft burgemeester Aboutaleb.
Projecten: zoals in Dubai en Londen met de Millennium Dome.
Kortom: bij steden draait het allemaal om competitie met elkaar en transitie van de stad zelf.
Frans Boekema benoemt de Twentse economie met drie woorden: trots, trend en traditie.
Trots: Twente heeft meer inwoners dan elke noordelijke provincie. Het is een stedelijke regio. Maar het is ook landelijk. Het aantal misdrijven is laag en het is groen. Natuur is de kracht van de regio.
Trend: er is vernieuwing door bedrijven en onderwijs. Denk aan de nano-technologie.
Tradities: Twente bestaat volgens Frans uit doordouwers en verhalenbouwers. Twente is ondernemend. Dit kan gebruikt worden om Twente op de kaart te zetten, denk aan Grolsch. Maar Twente is ook niet ondernemend. Hij noemt het 40 jaar falen van bestuurlijke samenwerking. Het bestuur in Twente schiet alle kanten op.
Dan volgt een les citymarketing. 50 jaar geleden schreef Kevin Lynch het boek 'The image of the city'. De inhoud van het boek geldt nog steeds. Een stad heeft dragers die de stad maken. Dat zijn routes, randen, wijken, knooppunten en herkenningstekens. Koppel dit aan Enschede en naar boven komen de haven, Roombeek, het Van Heekplein en de Alfatoren. Plaatjes die je op een ansichtkaart zou zetten. En dat is wat citymarketing is, denken in ansichtkaarten.
Het probleem met Enschede is alleen, dat identiteit en imago zijn aan elkaar verbonden zijn. Identiteit is wat de stad is, heeft en biedt. Imago is hoe men over de stad denkt. Citymarketing brengt dit bij elkaar. De conclusie van Frans: professionele image building en regiobranding zijn serieuze mogelijkheden voor Twente en Enschede.
Ton schaap vindt geheimzinnige dingen belangrijk voor het imago van een stad. Sommige steden hebben een vlak positief imago, zoals Apeldoorn. Ton benadrukt dat stedenbouw anders is dan citybranding. Bij stedenbouw is het 'what you see is what you get'.
Ton neemt het publiek mee door een presentatie vol foto's. We zien eerst het vele groen rondom Enschede. Langzaam aan komen we via de A35 de stad in. Over de Singel, door Pathmos, langs de Boulevard, over de oude markt en eindigend op het Van Heekplein. Ton laat zien dat Twente nergens echt stads is. Het komt nooit voor dat er altijd mensen op straat zijn.
Ton pleit ervoor om het rood roder te maken zodat het meer stads wordt. Betrek het ziekenhuis en maak het onderdeel van het stadserf. De natuurlijke identiteit moet natuurlijk ook behouden blijven. Dus: maak het groen groener. Bijvoorbeeld door van het viaduct bij de UT een kruispunt te maken. Een laan met zes rijen bomen er naast. Dan heb je een laan waarmee de stad begint. Het gevoel van in de stad zijn ontstaat volgens Ton pas als je de auto de uit bent. Zijn advies: maak hele gebied binnen de singel auto vrij. Behoud de identiteit door het centrum aan de zuidkant uit te breiden met grote gebouwen en aan de noordkant juist de grilligheid van de straten te versterken.
Door Inge Rensink