Inleiders:    


- Joost Cannegieter, architect


- Frank Strolenberg ministerie OCW, projectleider Belvedere


- Adriaan Velsink, provincie Overijssel, team Twente


- Hans van den Dobbelsteen, architect, L.K.S.v.d.D architecten



Presentatie: Harry Abels 


Bezoekers: 120


Locatie: Café De Pot, Potdijk 9, Markelo



Helaas is het verslag gemaakt op deze avond nooit uitgewerkt, daarom is besloten hier de algemene inleiding van Joost Cannegieter weer te geven.

Het gezicht van Twente is de naam van de cyclus, is het landschap van Twente. Het Twentse landschap heeft eigen karakter, het is herkenbaar, het is anders dan in de rest van Nederland. Het wordt hoog gewaardeerd, het wordt ingezet bij de promotie van Twente.

In Nederland, en ook in Twente, is landschap ontstaan door menselijke activiteiten:


•    landbouw en veeteelt,


•    bosbouw en jachtgebieden (tegenwoordig recreatie en natuurbehoud).


•    wonen en werken in stedelijke samenballingen (maar die sluiten we even uit, we praten over het rurale landschap in tegenstelling tot het urbane landschap),

Landschap in deze optiek niet te verwarren met natuur -- dit is, of kan zijn, een facet van het landschap, zoals weiden en akkers dat zijn.


Het Twentse karakter is ontstaan door geografische kenmerken (hogere zandgrond, heuvels en glooiingen door eindmorenen, en beekdalen), door een relatief lage dichtheid van bevolking, en door traditioneel beheer (kampen, boomwallen, landgoederen).
En ook door de gespreide aanwezigheid van boerenbedrijven, met hun gemeenschappelijke kenmerken, waarvan de belangrijkste zijn: het lange schilddak met rode pannen gedekt, de steile en meestal geknikte dakhoek, geaccentueerd door boeiboorden en windveren, en de niendeuren.


Landschap ervaar je door te kijken -- daarom is uitzicht zo belangrijk. Uitzicht is de combinatie van zichthoek en zichtlijnen de richting die je uitkijkt, en tot hoe ver je kan zien. We moeten de koeien danken voor het weidse uitzicht.

In het zichtveld moet een accentuering van menselijke activiteit zichtbaar zijn om het arcadische van het landschap te ervaren (want daar gaat het de beschouwer toch om) -- natuurlijk moet het bij een enkele accentuering blijven, mogen het er niet teveel zijn.

Een landschap is niet compleet als er geen gebouw te zien is.

Elke landschapsschilder weet dat; van Ruysdaal en Seeghers tot Kiefer en Willink.

In de laatste dertig of veertig jaar waren er ontwikkelingen waardoor veel van dit alles zijn bestaansreden verloren heeft. En zeer recent zijn daar explosieve factoren bijgekomen. Van evolutie is geen sprake meer, het is revolutie.


•    landbouwmechanisatie en intensieve veeteelt (schaalvergroting)


•    nieuwe bouwmethoden en -materialen (golfplaten)


•    enorme druk op het buitengebied vanuit de steden (wonen, kantoren en industrie) en infrastructuur (asfalt)
en vooral het meest recent


•    het afbouwen van agrarische activiteiten (varkens, Brussel, wereldwijde concurrentie).

Uiteraard heeft dit gevolgen voor het visuele milieu van Twente en voor de architectonische verschijningsvormen in het landschap.


Door het verdwijnen van de agrarische bedrijvigheid verdwijnen boerenbedrijven. De boerderijen worden dan bewoond door burgers, door de noabers paradijsvogels genoemd. De boerderijen gaan er daardoor er anders uitzien (niet altijd ten faveure van het landschap), of zij worden gesloopt en vervangen door afschuwelijke boerderettes of quasi Engelse landhuizen (Waldolala’s). Of niet vervangen, waardoor het landschap leger en grootschaliger wordt.

De overheid, en anderen die denken dat ze het weten, zijn voorstander van het laatste: weg er mee. Dit is gebaseerd op twee veronderstellingen:


1.    een landschap is mooier zonder gebouwen


2.    alles wat nieuw gebouwd wordt is minder mooi dan wat werd gesloopt.



Het eerste is in strijd met de stelling dat in een landschap moet een gebouw zichtbaar moet zijn, het tweede geeft het wantrouwen weer dat de burger heeft in architecten en hun producten.


De nota Belvedere pleit voor handhaving en versterking van bestaande cultuurhistorische elementen -- dat geldt voor het Twentse landschap -- en voor ontwikkeling van nieuwe elementen in het verlengde hiervan, hetgeen betekent dat de architectonische elementen die het landschap mogen stofferen hun inspiratie in de eerste plaats moeten krijgen van de rurale streekeigen bouwstijl.

Wat we tot nu toe hiervan gezien hebben stemt niet tot tevredenheid, laat staan tot vreugde. Kitsch en onverschilligheid voeren de boventoon. Zorgvuldig historiserend bouwen, zoals Jan Jans dat een halve eeuw geleden deed, mag dan het landschap sparen, het is een doodlopende weg. Alleen Piet Blom (de Twent uit Purmerend) heeft in de urbane omgeving van de Universiteit zijn boerderij ontworpen in wat we nu zouden noemen de geest van de Belvedere.


We kunnen stellen dat opdrachtgevers tekort schieten omdat ze voor een burgerlijke architectuur in het buitengebied opteren, dat gemeenten tekort schieten omdat ze geen beeldkwaliteitsplannen voor het buitengebied hebben ontwikkeld, en dat de provincie tekort schiet omdat ze hun instrumentarium op het gebied van bewaking en ontwikkeling van het visuele milieu onvoldoende benutten. 
Maar we moeten vooral het de architecten kwalijk nemen dat door hun aversie jegens traditie, ongeïnteresseerdheid in cultuurhistorie, dogmatische originaliteitsdrift en gebrek aan inleving in het gemoed van de argeloze beschouwer, nog vrijwel niets van de grond komt waar het Twentse landschap beter van wordt.

Als architectuurcentrum Twente proberen we hieraan iets te doen. We organiseren in juni een ontwerp-workshop voor architectuur in het Twentse landschap. Behalve architecten en landschapsarchitecten zullen filosofen en noabers, natuurliefhebbers en journalisten, en vooral de deelnemers onderling elkaar becommentariëren en zodoende -- hopen wij -- tot ontwerpen komen met een Belvedere (is immers mooi uitzicht). Bij de uitgang liggen voor architecten uitnodigingen hiervoor gereed, en u allen wordt alvast uitgenodigd om te zijner tijd de tentoonstelling van deze voor ons land unieke manifestatie te bezoeken.