In Enschede wint de radiaal het van rondweg

Ton Schaap agendeert stedenbouw bij nieuwe raad

Ton Schaap presenteerde op 22 april zijn plan voor de Spoorzone aan de noordrand van het centrum van Enschede. Door in het plangebied de Molenstraat als autoroute op te heffen wordt deze voormalige binnenringweg nu niet alleen aan de zuidzijde bij het fameuze H.J. van Heekplein doorgeknipt maar ook aan de noordzijde. Het centrum van de stad is nu alleen met radialen voor het autoverkeer bereikbaar. ‘U zult iets eerder moeten vertrekken, maar u zit dan altijd nog droog en warm in uw auto’ was het laconieke antwoord van Schaap op de vraag van een tegensputterende vrouw uit de zaal. Zij sprak haar zorgen uit nu ze niet meer direct met de auto van de oostzijde van de stad naar het station kan rijden. ‘Fietsers en voetgangers kunnen blijvend gebruik maken van de kortste route,’ voegde Schaap er aan toe. Met het opheffen van de Molenstraat is een belangrijk obstakel weggenomen uit de cultuurmijl die het hart van de stad moet verbinden met de musea in en om Roombeek.


Verdichten is de eerste opgave

De presentatie van het plan Spoorzone was niet het enige dat aan de orde kwam op deze avond die geheel in het teken stond van de stedenbouw. De titel van de door Architectuurcentrum Twente georganiseerde avond was: “Een nieuwe raad, een nieuwe agenda”. Ton Schaap kreeg zo de gelegenheid om de nieuwe raadsleden en wethouders te informeren over de stedenbouwkundige stand van zaken in hun stad en om zijn recentste plannen toe te lichten. Maar ook om zijn visie nog maar eens te herhalen: de binnenstad verdichten en alléén maar uitbreiden als het ECHT niet anders kan. Er werden minstens twee wethouders en zes raadsleden geteld in de overvolle zaal in de oude Ambachtsschool aan de Boddenkampsingel. Tussen de honderdvijftig bezoekers werd zelfs een gedeputeerde (Dick Buursink) gesignaleerd.


De zuidflank leesbaar maken

Inzet van Schaap is het maken van een leesbare stad. ‘Een stad is leesbaar met straten en daarlangs huizen met voordeuren, en waar zelfs de fabrieken een leesbare plek krijgen. Zo was het voordat het modernisme toesloeg en de gebouwen als losse maquettes in het groen werden bedacht, maar die vervolgens ingepakt blijken te worden door geparkeerde auto’s. Bizar dat er zeshonderd vrije parkeerplaatsen in de parkeergarage zijn terwijl elk (gratis) plekje op het maaiveld tussen de gebouwen helemaal vol staat!’ Daarmee komt Schaap op een volgende, rigoureuze ingreep; die van het H.J. van Heekplein en de knip in de Boulevard, toen nog onderdeel van de stadsring. Een prachtig plein volgens Schaap maar daaromheen is het nodige te doen. Niet-leesbare gevolgen zoals onbegrijpelijke straatprofielen, doorlopende straten, blinde gevels en een beeld waarin bussen en fietsers elkaar dwars zitten. En gevolg van een reeks aan verschillende opvattingen van elkaar opvolgende wethouders.
Om de leesbaarheid in dit aangetaste stadsdeel te herstellen heeft Schaap een aantal oplossingen te bieden. Je kunt het groen terugbrengen door alle auto’s weg te halen, je kunt het massief gaan volbouwen of je kunt er stedelijke accenten met hele hoogbouw neerzetten. Maar het plan waar Schaap zelf voor opteert is het grote volume van het Ziekenhuis te gebruiken en aan te vullen (tot een volume als dat van het Groothandelsgebouw in Rotterdam) en daarbij een groot plein (als de Dam in Amsterdam). Daarbij het gebied richting centrum met een familie van pleinen in te richten, met een weer doorlopende Beltstraat en bomen in de straten.
Na dit pleidooi volgden enkele kleinere, maar wel cruciale stedenbouwkundige notities zoals: plant 500 eiken langs de Hengelose straat, en nog een: laten we in plaats van een hele dure fietssnelweg een serie fietsverbindingen maken bij de stations die haaks staan op het spoor om zo de wijken snel en efficiënt met het openbaar vervoer te verbinden.


De stedelijke stad

Voor de pauze kreeg Errik Buursink (inderdaad: de zoon van...) de gelegenheid te reageren op het eerste deel van Schaaps agenda. Buursink is planoloog werkzaam bij de Dienst Ruimtelijke Ordening in Amsterdam. Een stad wordt in de optiek van Buursink pas een stad als er interactie kan plaatsvinden. Interactie daar heb je de publieke ruimte voor nodig. Een voorbeeld daarvan is de Amsterdamse Jordaan waar het leven voor een belangrijk deel op straat kan plaatsvinden. In zo’n omgeving willen de ‘kenniswerkers’ waar Enschede zich graag mee wil profileren graag wonen. Enschede mist deze ‘oude’ stadswijken. Er was destijds zelfs een verbod op het bouwen van etagewoningen. Alleen maar laagbouw betekent het bouwen van een ‘anti’-stad. Enschede kende in die laagbouwstad een strikte scheiding tussen de gezonde arbeiderswijken – gekoppeld aan de fabrieken, en de dure wijken voor de hoge meneren. Opvallend is nog steeds dat de bevolking van Enschede voor 80 procent bestaat uit burgers met een opleiding minder dan hbo. In een stad als Utrecht ligt dat percentage aanzienlijk lager, namelijk 53 procent. Hier ligt volgens Buursink een taak, ook voor Schaap: ‘Maak van Enschede een stedelijke stad!’.


Intermezzo met Chinese frisheid

Na de pauze was er ruimte voor een bijzonder intermezzo: drie korte presentaties van Saxion studenten die in een uitwisselingsprogramma met Chinese studenten (in Peking) de Spoorzone onderzochten en daar een stedenbouwkundig plan voor bedachten. De drie presentaties waren indrukwekkend en opvallend was de frisheid ervan, geïnspireerd door de Chinezen die ongehinderd door voorkennis fris van de lever en vanuit en geheel ander schaalperspectief ideeën denken en kunnen ontwerpen, in plannen verwerkten. Opvallend was bijvoorbeeld het gemak waarmee plandelen zes meter worden opgetild om zo de te slechten barrières te overwinnen.


De nieuwe Spoorzone biedt een doorlopend stedelijk weefsel

Dan nu de hoofdmoot van de avond: De Spoorzone! De kwaliteit van het plangebied zal volgens Schaap een stuk preciezer moeten worden uitgewerkt. Die kwaliteit moet een naadloze overgang maken tussen het stadshart en de gevelwand van de Lonneker Spoorbaan in Roombeek. De enige overgang die acceptabel is, is die van de Singel; destijds ontstaan en zelfs bevochten door een afgekondigd bouwverbod op deze stadsstrook ter breedte van het huidige singelprofiel. Voor het overige zal het stadsweefsel door moeten lopen hetgeen betekent dat de Molenstraat moet verdwijnen. Vanuit het centrum vormt de spoorbaan een gemakkelijke oversteek waarna de cultuurmijl wordt voortgezet, vergezeld door een driehoekig plein (een thema van het plan). Het hoofdprogramma is wonen met op de begane grond een grote verdiepingshoogte. Vergelijk het plan van Jo Crepain in Deventer waar dit ontwerpmiddel een mooie stedelijke kwaliteit geeft en bovendien veel daglicht in de woning. In het verdichte stedelijke weefsel is ruimte voor plekken en straatjes die te vergelijken is met het Bergkwartier in (wederom) Deventer. Een ander opvallend element in het plan is de aanleg van een nieuw stationsplein aan de noordzijde van het spoor. Bedoeld voor ‘kiss and ride’ met een tunnel onder het spoor voor de voetgangers. Geen auto’s die spoor oversteken. Voetgangers en fietsers krijgen ook hier voorrang. Het slotbeeld dat Schaap in zijn presentatie toont is een satellietbeeld van Nederland maar dan op z’n kop. Het toont stedelijke verdichtingen langs de randen: het Ruhrgebied, de boog Brussel, Antwerpen, Lille en de Randstad. In het hart van het vervreemdende beeld ligt een stedelijke stip, solitair in een grote leegte met een straal van gemiddeld honderd kilometer. Het is Enschede! ‘Enschede ligt als een kasteel op een terp. Dat is deze stad!’


Commentaar en debat

Henk Bouwman, stedenbouwkundige en directielid bij HKB stedenbouwers uit Rotterdam en Groningen, was gevraagd commentaar te geven op de visie en de plannen van Schaap. Na eerst zijn opvattingen over het vak stedenbouw geventileerd te hebben - met als belangrijkste statement dat stedenbouw pas goed is als je van de resultaten zegt dat het er al honderden jaren lijkt te zijn – was zijn belangrijkste advies aan de politiek van Enschede: zorg voor structuur, ken je kwetsbaarheid, regel je programma (stel regels maar biedt vrijheid waar het kan) en tot slot: vier de tijd. Daarmee bedoelt hij: voorkom te snel werken en zorg dat je later geen spijt krijgt. Het resultaat wordt dan een stad die groeit en die niet slijt.
In de zaal is aanwezig  Joziene van de Linde, van Proper-Stok Groep, de ‘projecteigenaar’ van de spoorzone en opdrachtgever aan West 8 die het plan gaat uitwerken. Ton Schaap blijft de supervisor van het gebied. Eind 2012 moet de eerste schop de grond in.
Als afsluiting volgde een kort debat met de zaal waarin moderator Albert Fien opperbest acteerde. Na een afwezigheid van een aantal jaren is deze sinds kort gepensioneerde stedenbouwer (Almelo en Apeldoorn) als programmaraadslid weer terug op het honk. Diverse reacties uit de zaal zoomen in op detailkwesties die vooral betrekking hebben op de spoorzone. Zo is er een prachtige plataan die behouden moet blijven, een appartementengebouw waar iemand woont die geen rotonde voor zijn deur wil en de vraag waarom het spoor niet ondergronds kan (Schaap: ‘te duur!’). Tot slot wordt vastgesteld dat de keuze voor het opheffen van de Molenstraat als autoroute de belangrijkste beslissing zal zijn die de politiek moet nemen. Pas daarna kan het plan uitgewerkt worden. ‘Dat mag toch geen probleem zijn. Het is maar een verbindingstraat tussen twee wijken!’ aldus Ton Schaap die daarmee deze interessante en informatieve avond tot een eenvoudig eind brengt


En dan nog even dit: De digitale Architectuurgids Enschede werd deze avond ten doop gehouden. De nieuw aangetreden wethouder Ruimtelijke Ordening Jeroen Hatenboer verrichte de handeling. Honderd belangrijke objecten van architectonische, stedenbouwkundige of landschappelijke betekenis zijn op de site beschreven en voorzien van foto’s.  De site is een initiatief van Architectuurcentrum Twente en de gemeente Enschede (zie www.architecuurgidsenschede.nl).

Door Tom de Vries