De tentoonstelling ‘Architektur jenseits der Grenze’ was een doorslaand succes. Meer dan duizend bezoekers kwamen af op de tentoonstelling die van 15 januari tot en met 14 februari was te zien in het Haus der Niederlande in het Duitse Münster. Ondanks de kou en de sneeuw en de om die reden gesloten toegangsdeur (normaliter staat de deur tijdens openingstijden open) bleek de tentoongestelde Nederlandse architectuur verrassend veel bezoekers te trekken. Die architectuur had dan ook een hoge kwaliteit.
Het waren ruim vijftig Nederlandse projecten die waren ingezonden voor de prijsvragen ‘Gebouw van het Jaar’, de ‘Architectuurprijs Achterhoek’ en ‘Bouwen voor het Bestuur’. Het waren projecten die allemaal in het Euregio-gebied de afgelopen jaren gerealiseerd zijn. De expositie gaf een goed beeld van de huidige architectuur in Nederland, maar ook van de wijze waarop bestaande industrieel gebouwen hergebruikt worden en zo de identiteit van de omgeving kunnen versterken.
Al tijdens de opening op 15 januari was de belangstelling voor de expositie groot. Ruim honderd bezoekers verdrongen zich in de expositieruimte van het Haus der Niederlande. Na een welkomstwoord door dr. Roland Richter van het Haus der Niederlande volgenden de inleidende woorden van Johan Schepers, architect BNA en lid van de programmaraad van het Architectuurcentrum Twente, en van Achim Dejozé van de DBA Münster- Münsterland. Vooral de inleiding van Peter Wilson was inspirerend en verhelderend. Deze van oorsprong Australische architect, die samen met zijn partner Julia Bolles een uiterst succesvol architectenbureau in Münster leidt, kan spreken van een ruime ontwerpervaring in zowel Duitsland als in Nederland. Wilson kan dan ook goed het verschil duiden tussen de Nederlandse en de Duitse bouwpraktijk. Niet alleen opdrachtgevers maar ook aannemers en adviseurs houden er verschillende opvatting op na. Dat gaat dan over de bouwmethodiek maar ook over de procesgang, de overlegcultuur en verantwoordelijkheden. Wilson: ‘De Duitser zal vooraf alles afgedekt willen zien waardoor er weinig ruimte overblijft voor een inhoudelijke architectuurdiscussie. De Nederlander daarentegen houdt de overeenkomst altijd open voor veranderingen en wordt er tot het einde van de bouw nog gediscussieerd. De daaruit voortvloeiende eventuele kosten worden dan na afloop verrekend.’ Die verschillende houdingen blijken in de praktijk moeilijk verenigbaar te zijn, zo is zijn ervaring in een Hamburgs bouwproject waar zowel Duitsers als Nederlanders betrokken zijn.
De expositie ‘Architektur jenseits der Grenze’ is een samenwerkingsproject van de Bund Deutscher Architekten BDA Münster- Münsterland, Bond Nederlandse Architecten BNA kring Twente en het Architectuurcentrum Twente. De tentoonstelling is een vervolg op de in 2008 georganiseerde expositie in Enschede waar projecten voor de prijsvraag ‘Guter Bauten 2007’ van de BDA Münster-Münsterland werden getoond. Binnen dezelfde samenwerking werden nu Nederlandse projecten uit het aangrenzende Euregiogebied geëxposeerd.
De expositie ‘Architektur jenseits der Grenze’ is mogelijk gemaakt dankzij bijdrages van de BDA, de BNA en EUREGIO Mozer Cultuur Fonds