Het liefst
fiets ik zonder omzien
- we zien wel -
met handen los, met ogen dicht,
met de wind mee,
alle storm terug naar zee.
Het liefst.
Maar er staat altijd wel
iets in de weg.
Soms valt het uit de lucht.
Soms draait de wind.
Soms fiets ik lek,
trekt thuis me terug,
verliest verlangen het
van het bange.
Surplace.
ik fiets niets.
Sta stil en wil niet
buigen of barsten.
Ik wil er door heen.
Want
het liefst fiets ik,
heen of terug,
met de wind in de rug,
los van de grond,
alle storm terug naar zee.
©Maart 2015 Regine Hilhorst / www.reginehilhorst.nl